Tíminn - 17.06.1930, Side 16
TlMINN
* —... =-f.
Fyrir 15 árum
hóf Eimskipafélag íslands siglingar með 2 skipum
ep fópu fypsfa ápið10 fepðip milli (slands og úNanda
Nú á félagið 5 vönduð og vel úfbúin skip,
og hið sjöha í smíðum, sem flyfja vönur og
farþega innanlands og milli landa, og fara
á þessu ári 52 ferðir milli íslands og úHanda
Þefta hefip áunnisf á ekki lengpi h'ma, fypip sam-
tök og samheldni landsmanna um að koma á fóf
islenzkum kaupskipafloía og slyðja siglingap
íslenzku skipanna
Skip félagsins enu nú í reglubundnum fenðum
Ivisvap til þpisvap í mánuði milli íslenzkpa hafna
og Kaupmannahafnap, Leilh, Hull og Hambopgap.
Þessap hafnip epu jafnframl umhleðsluhafnip fyp-
íp íslenzkap afupðip, sem fapa eiga fiI Suðup-
landa, Nopöup- og Suðup-Amepíku og víðap. Einnig
fyrip vöpup sem hingað eiga að koma Lrá Hol-
* landi, Belgíu, Svíþjóð, Fpakklandi og öðpum þeim
löndum, ep íslendingap eiga skifli við. Fpam-
haldsflutningsgjöld hin lægslu, sem fáanleg epu,
og vöpupnap komasl fljóK og vel leiðap sinnap.
Fpekapi upplýsingap um flulningsgjöld og fleipa
ep þessu viðvíkup fásf á skpifsfofu félagsins í Rvk.
-
Með samtökum allra íslendinga,
vestan hafs og auslan
vap Eimskipafélag íslands slofnað.
Með samheldni allra þeirra, sem ferðasí eða flyfja vörur að land-
inu og frá því, hefir félagið gefað aukið flofa sinn og siglingar,
svo sem raun ber vifni um.
Eins og upphaf félagsins var að þakka samiökum og samheldni,
eins verður vöxlur þess og viðgangur framvegis að byggjasf á
samtökum og samheldni allra góðra Islendinga.
Munið það á þessu merka minningapápi
íslenzku þjóðapinnap!
H.f. Eimskipafélag Islands
lfl" t
donner des leQons de musique et de versification et on a
fait de lui de grandes éloges.
De méme au dix-septiéme siécle quelques Islandais
allérent étudier en Frange. Depuis quelques années les
étudiants islandais suivent les cours dans des universités
de Franqe. En 1927—28 il y en avait neuf, huit en 1928—
1929 et á présent il y en a cinq. En outre quelques
artistes islandais ont séjourné á Paris pour s’y perfection-
ner dans leur art.
Quant aux relations des Framjais avec les Islandais
on peut particuliérement citer la grande expéditon scienti-
fique en Islande en 1886 sous la conduite de Paul
Gaimard (mort en 1858) qui avait séjounié en Islande
l’année précedente.
Á cette époque le gouvernement frangais fit publier
une æuvre en neuf tomes sous le grand titre suivant:
Voyage en Islande et au Groénland exécuté pendant
les années 1835 et 1836 sur la corvette „La Recherche“
commandées par M. Tréhouart, dans le but de decouvrir
les traces de „La Lilloise“. Publié par ordre du roi sous
la direction de M. Paul Gaimard, Paris 1838—1852.
Celui des Frangais qui a le mieux su se familiariser
avec les Islandais et leur culture est sans contredit André
Courmont. II fut envoyé en Islande en 1911 pour enseigner
la langue et la littérature frangaise á l’université de
Reykjavík et resta en Islande jusqu ’en 1913. Alors il
retouma en France mais revint en 1917 et fut consul de
France á Reykjavík jusqu ’en 1923. Le consul André Cour-
mont compta beaucoup d’amis en Islande qui gardent un
fidéle souvenir de lui.
Plusieurs ouvrages d’auteurs francais ont été traduits
en islandais. Parmi ces auteurs on peut citer: Flammarion,.
Henry de Parville, Victor Hugo, Zola, Marcel Prévost,
Dumas, Maupassant, Daudet et plusieurs autres.
Quelques ouvrages de l’ancienne littérature classique
islandaise ont été traduits en frangais p. e. Islendingabók,
Egilssaga, Njálssaga, Laxdæla, Gunnlaugssaga orms-
tungu et cetera.
En l’année 1926 une islandaise, Björg C. Thorláksson,
soutint sa thése á la faculté philosophique de la Sorbonne
á Paris et y regut son diplome de docteur.
Dans les années 1860—70 des goélettes frangaises
commencérent á venir en grand nombre pour faire la
péche dans les eaux islandaises.
Ainsi en l’année 1876 le nombre des pécheurs fran-
gais en Islande fut de 4500. Cette année le produit de
leur péche était 24602240 kilo de morue salée. Et la
péche de l’année suivante ne donna pas moins.
Les pécheurs frangais ont gagné la sympathie des
Islandais et pour leur bravoure et leur capacité. Leur
passé glorieux ne tombera pas dans l’oubli.
eu §oííanb
. In het begin der 17e eeuw begonnen de Ilollanders
geregeld naar IJsland te komen om er te visschen en
handel te drijven. Zij hadden toen een beduidend handels-
verkeer met de IJslanders, dat zeker wel in stand werd
gehouden gedurende de heele 17e eeuw tot in het begin
der 18e. Maar wegens Deensche monopolie zagen de
Deensche kooplui dien bandel der Hollanders met leede
oogen aan. Reeds in vroegere eeuwen hadden de Hol-
landers herhaalde malen verlof aangevraagd om in de
staten van den koning van Denemarken handel te drijven,
maar, opvallend genoeg, werd hun dat verlof geweigerd
betreffende IJsland, ofschoon het hun wel werd toe-
gestaan betreffende de andere landen. Toch schonk
koning Hans aan de handelsplaatsen in Holland, vooral
aan Amsterdam, verlof om met IJsland handel te drijven
onder dezelfde voorwaai’den als aan de Hanzesteden in
Duitschland.
De IJslanders zullen wel gaarne met de Hollanders
gehandeld hebben, die hun zeker allerhande benoodigd-
heden verkochten. Vermeld wordt, dat er in de 17e eeuw
grafsteenen, bestemd voor de graven van een IJslandschen
proost en diens echtgenoote, uit Holland kwamen. Er
worden voorbeelden aangehaald van Hollanders, die de
IJslanders van den hongersnood redden door levens-
middelen te schaffen. Hollanders kochten verscheidene der
IJslanders vrij, die de Turken uit IJsland hadden ont-
voerd in het jaar 1627.
In de laatste jaren hebben de IJslanders aanmerkelijk
handel gedreven met de Hollanders en van hen ver-
scheidene waren gekocht, zooals allerlei eetwaren, krui-
derijen, sigaren, rooktabak, weefwaren, tapijten, leder,
zeemanskleeren, vietwaren, papier, enz.
Hunnerzijds hebben de Hollanders van de IJslanders
landbouwproducten gekocht, zooals schapevachten, wol
en zeevoortbrengselen (zooals vischmeel en haringtraan).
Voigende lijst toont, hoe groot de omzet was tusschen
IJsland en Holland in de jaren 1924—1928.
a. Ingevoerd uit Holland 1000 krónur.
1924 kr. 904,2
1925 — 1458,2
1926 — 1672,3
L927 — 1022,9
1928 — 1364,2
b. Uitgevoerd naar Holland 1000 krónur.
1924 kr. 161,9
1925 — 122,0
1926 — 146,1
1927 — 113,1
1928 — 191,0
Het is goed mogelijk, dat de IJslanders vroegtijdig
in aanraking zijn gekomen met de Hollandsche kultuur.
Er wordt vermeld, dat tegen het midden der 12e eeuw
een IJslandsche bisschop in Utrecht is overleden, toen
hij op weg was naar IJsland na zijn bisschopswijding.
In de jaren 1437—1447 was een Hollander, Gozewijn
Comhaer, bisschop te Skálholt, op IJsland. Hij was een
voorbeeldig bisschop, goed gezien bij de meeste IJs-
landers.
In de 16e en 17e eeuw voeren vele IJslanders naar
Holland om er handel te drijven of om er te studeeren.
Sommigen vestigden zich er zelfs. Dat reizen naar Hol-
land bleef in zwang gedurende de heele 17e eeuw. Een
voomaam IJslander studeerde o. a. aan de hoogeschool
te Leiden. Zijn zoon studeerde insgelijks in Holland. IJs-
landers waren toen ook in relatie met Hollandsche ge-
leerden. Onder de Hollandsche geleerden, die in de,
laatste jaren de IJslandsche oude letterkunde besproken
hebben, dient vooral genoemd Professor C. R. Boer. Zijne
leerlingen hebben ook boeken geschreven over de IJs-
landsche oude letterkunde, b. v. S. A. Krijn: De Jómsvík-
ingasaga (Leiden, 1914) en A. C. Kersbergen: Litteraire
motiven in de Njála (Rotterdam, 1917). De schrijvers
dezer werken hebben beide op IJsland vertoefd en hier
IJslandsch geleerd.
In Hollandsche tijaschriften zijn leerrijke artikelen
verschenen over IJsland en boeken van tegenwoordige
IJslandsche schrijvers zijn in het Hollandsch vertaald (o.
a. Professor Sigurður Nordal en Gunnar Gunnarsson).
Nu zijn op IJsland drie Hollandsche katholieke
priesters en twee Hollandsche kloosterbroeders. In het
jaar 1923 kwam naar Usland de Hollander Kardinaal van
Rossum, die IJsland tot zelfstandig missieland maakte. In
het jaar 1929 kwam de kardinaal andermaal naar IJsland
en consecreerde er de nieuwe katholieke kerk te Reykja-
vik en wijdde er Prefect Meulenberg tot bisschop.
c3c£Íanb anb (Ötcat Q3ritain
The intercourse between Iceland and the British
Isles which had existed during the earlier periods of Ice-
landic history ceased during the latter part of the 13th
century. But from he beginning of the 15th century Eng-
lish fishermen and merchants appeared in Iceland. In
Icelandic historical sources English merchants in Iceland
are first mentioned in 1412. From that time the English
engaged extensivly in fisheries in Icelandic waters and
carried on trade with the Icelanders, but they probably
made voyages to Iceland even in the 14th century.
The English trade was of great value to the Icelan-
ders, because the English merchants paid high prices for